Controleer balans
Control Balance is een geavanceerde Pilates-oefening die zich richt op het versterken van de kernspieren, de rug en de heupbuigers, terwijl het balans en controle uitdaagt. De oefening vereist flexibiliteit in de wervelkolom, stabiliteit in de schouders en goede coördinatie om de beweging met de juiste techniek uit te voeren. Dit is een uitdagende oefening die veel controle vereist, vooral in de buik- en rugspieren.
Correcte uitvoering
Zo voer je Control Balance correct uit:
- Begin met liggen op je rug met de armen langs je zij.
- Till je de benen op en over het hoofd naar een "roll over"-positie, zodat de tenen naar de vloer achter je wijzen.
- Balanceer op je schouders en tilt één been recht omhoog naar het plafond, terwijl je het andere been gestrekt naar de vloer houdt.
- Verander van been door het opgetilde been naar beneden te laten zakken, terwijl je het andere been optilt.
- Herhaal de beweging met vloeiende overgangen, zonder de balans te verliezen of je heupen te laten zakken.
Veelgemaakte fouten
Vermijd deze fouten om een correcte uitvoering te waarborgen:
- Te veel belasting op de nek: Houd het gewicht op je schouders en niet op je nek om blessures te voorkomen.
- Gebruik van snelheid: Voer de oefening langzaam en met controle uit om de spierspanning te maximaliseren.
- Snelle beweging: Voer de beweging in een rustig en gecontroleerd tempo uit, zonder te vervallen in je schouders.
Video Demonstraties
Bekijk deze video's voor de juiste techniek voor Control Balance:
Modificaties en varianten
Pas de oefening aan op jouw niveau:
- Beginneling: Houd beide benen dichter bij de vloer voor betere balans en controle.
- Geavanceerd: Voer diepere "schaar"-bewegingen uit en houd elk been langer omhoog voor een grotere uitdaging.
Aantal herhalingen en sets
Voer Control Balance uit in 2-3 sets met 4-6 herhalingen per set. Verhoog het aantal herhalingen naarmate je sterker en comfortabeler wordt met de oefening.
Ademhalingstechniek
Adem in wanneer je van been wisselt en adem uit terwijl je het been laat zakken. Dit helpt om de kern te stabiliseren en de beweging met vloeiendheid en controle uit te voeren.